|
|
Voeding:
Hoeveel & hoe vaak
|
Een baby kan nooit teveel voeding
krijgen. Het kan wel te weinig krijgen. Houdt jouw baby goed in de gaten. Als je het idee
hebt dat het meer gevoed wilt worden, probeer daar dan gevolg aan te geven. Jouw lichaam
past in het algemeen vanzelf de melkproductie aan aan de behoefte van jouw kind. Rond de
twee weken, drie maanden en zes maanden ervaren veel moeders de zogenaamde 'regeldagen',
waarin de baby vaker dan normaal wil drinken. Biedt dan elke keer beide borsten aan en het
probleem wordt snel verholpen.
Wanneer je baby vaak hongerig lijkt, huilerig is en onder zijn gewicht blijft, raadpleeg
dan het consultatiebureau. Hier kan gespecialiseerd voedingsadvies krijgen. Er bestaat een
kans dat je geadviseerd wordt om jouw kind bij te voeden met flesvoeding. Let wel, zodra
je overstapt op flesvoeding wordt het lichaamsproces van het automatisch regelen van de
juist aan te maken hoeveelheid moedermelk, verstoord.
Kleine babys dienen zo vaak worden gevoed als zij erom vragen. Een pasgeborene kan
om de twee uur honger hebben. De eerste paar maanden zul je jouw baby ook s nachts
moeten voeden. Dit betekend acht tot tien voedingen per dag. Na een maand is om de drie
uur voeden voldoende. Na twee tot drie maanden wordt dit om de vier uur. Na drie maanden
kan een baby s nachts al 'doorslapen'. Let wel, ieder kind is anders.
Als je de borst geeft en jouw kind heeft aan de voeding van één borst voldoende, dan
begin je de volgende de keer gewoon met de andere borst. Wissel wel de borst waarmee je
voeding geeft met elkaar af. De eerste vijf minuten nadat je jouw kind hebt aangelegd,
zuigt het het sterkst. In die tijd drinkt hij tachtig procent van de totale hoeveelheid.
Meestal heeft jouw baby na tien tot vijftien minuten wel genoeg gedronken. Toch kan een
baby aan de borst blijven sabbelen, omdat dat een fijn gevoel geeft.
|
|
|
|
|
|
|
|