In tegenstelling tot de man is de
vrouw niet heel de maand even vruchtbaar. Gedurende een regelmatige menstruatiecyclus van
26 tot 30 dagen is de vrouw maar enkele dagen vruchtbaar. De kans dat een gezonde vrouw
zwanger raakt, is over het algemeen per cyclus niet meer dan vijfentwintig procent. De meest vruchtbare tijd tijdens een cyclus is wanneer er een
eisprong, ovulatie genoemd, plaatsvindt. Ook enkele dagen vóór de eisprong en enkele
dagen erna is de vrouw vruchtbaar. Het vrijgekomen eitje blijft enkele dagen in
leven. Net als de zaadcellen van de man, die na de geslachtsgemeenschap nog enkele
dagen in het lichaam van de vrouw in leven blijven. Als het geslachtsverkeer enkele dagen
vóór de eisprong plaatsvindt, is er kans dat zodra het eitje vrijkomt het wordt bevrucht
door de nog aanwezige zaadcellen. In het andere geval als een eisprong is en (daarvóór)
geen geslachtsverkeer heeft plaatsgevonden, kan het eitje alsnog bevrucht worden als
enkele dagen later wordt gevreeën.
De hele periode rond de eisprong is de tijd dat de vrouw
vruchtbaar is. De ovulatieperiode is algemeen bepaald tussen de negende en zeventiende dag
na de menstruatie, uitgaande van een regelmatige cyclus. Iedere hevige opwinding en ook
intens seksueel genot kunnen de cyclus in de war sturen. Er zijn methodes om de ovulatie
van een vrouw te meten of te berekenen.
|