In deze periode wordt jouw baby
lichamelijk sterker. Het gaat zich omrollen en kan gaan kruipen. Rechtop zitten lukt ook
al. Alles wat beweegt volgt jouw baby met zijn ogen en pakt het graag ook vast. Doordat
jouw baby zich kan voortbewegen, wordt het wereldje voor hem / haar groter en ontdekt het
steeds meer. Jouw kindje zal nu meteen jouw gezicht herkennen als je in de buurt bent;
Daar is mama!. Hij/ zij is heel oplettend op wat jij zegt en doet. Bepaalde
woorden of zinnen zal jouw kleintje herkennen, ook al kan het nog geen woord uitspreken.
Jouw baby heeft er veel plezier in als jij dingen van haar/ hem nadoet: een geluidje of
een beweging. Zelf na-apen kan jouw kindje nog niet, maar als jij na-aapt, wordt dat
fascinerend gevonden.
Het waarnemen gaat uitstekend. Het liefst gaat jouw baby op ontdekkingstocht met jou in
de buurt. Jij geeft hem een vertrouwd gevoel in de nieuwe wereld die vol onzekere dingen
zit. De fase van dingen herkennen gaat over in het zich dingen kunnen herinneren. Dat wat
op zijn weg komt probeert jouw baby in het geheugen vast te leggen. Wanneer je als
goocheltruc een voorwerp neerlegt, hierover een lapje doet, het ondertussen ongezien
weghaalt en bij het wegtrekken van het lapje, het voorwerp verdwenen is, zal
jouw kleintje willen onderzoeken waar dat voorwerp nu is gebleven.
Jouw baby begrijpt nog niet, dat wat hij niet ziet, nog wel bestaat. Ziet jouw kindje
je niet, dan besta je niet meer. Begrijpelijk dat dit heel beangstigend is voor jouw
kleine. Dat meeste vertrouwelijke in zijn omgeving is dan weg. Met jou in de buurt voelt
hij zich veilig en jouw baby zal daarom protesteren als je weggaat. Rond de achtste/
negende maand beseft jouw kind dat jij degene bent die hem geborgenheid geeft. Vreemden
worden nu voor het eerst met wat inhoudendheid bekeken. Jouw kind kan wat
eenkennig worden. Omdat deze eenkennigheid zo rond de achtste maand voor het eerst
plaatsvindt, wordt
dit ook wel de acht-maanden-angst genoemd.